Een bijzonder mooie samenwerking. Een kennis berichtte dit op LinkedIn. Hij was er trots op.…
#grammado – Annemiek wilt uitleg
Een verzoekgrammado! ik kreeg een vraag van Annemiek: is het je wil of je wilt?
Je wilt en je wil zijn allebei correct. In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
En als we het dan toch over willen hebben. Hier is nog een vreemde: waarom is het hij wil een huis kopen en niet hij wilt een huis kopen? Normaal is de regel bij de derde persoon enkelvoud stam plus t: Hij loopt, hij bouwt, hij veegt. Willen is bijna regelmatig in de tegenwoordige tijd, maar de derde persoon enkelvoud is een uitzondering. Anders dan bij bijna alle andere werkwoorden geldt de regel stam + t hier niet. Het is dus hij wil, zij wil, men wil, Annemiek wil, het Nederlandse volk wil, enzovoort. De vorm wilt past alleen bij jij/je en bij u: ‘Jij wilt vast nog wel wat’, ‘Ik weet niet wat je nou wilt’, ‘U wilt vast een bijdrage leveren’, ‘Wilt u een kopje koffie?’
Waarom is dat zo? Nou, let op. Het klinkt allemaal wat ingewikkeld en dat is het ook. Dat het hij wil is en niet hij wilt, heeft te maken met de geschiedenis van het werkwoord willen. De vorm wil, die wij nu gebruiken als tegenwoordige tijd enkelvoud, gaat terug op een zogenoemde aanvoegde wijs. Willen had vroeger geen tegenwoordige tijd. De aanvoegende wijs wille/wil heeft die functie (langgeleden) erbij gekregen. De vorm wille is sinds lang verouderd, maar wil komt heel vaak voor.
Aan zo’n aanvoegende wijs werd en wordt in de tegenwoordige tijd geen t toegevoegd. Het is bijvoorbeeld ook ‘Moge hij rusten in vrede’ en ‘Zij leve hoog.’ Toen de aanvoegende wijs van willen in de loop der tijd ook als een ‘gewone’ tegenwoordige tijd gebruikt werd, behield de persoonsvorm wil dit kenmerk van de oorspronkelijke aanvoegende wijs. Er kwam dus geen t achter de stam in de derde persoon enkelvoud. Daarom is hij wil nog steeds juist.
Overigens vermeldt het Woordenboek der Nederlandsche Taal dat vormen als hij wilt “tamelijk frequent” zijn aangetroffen in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. In sommige delen van ons taalgebied is hij wilt heel gewoon. Het lijkt er zelfs op dat hij wilt in het hele taalgebied aan een opmars bezig is. Maar alleen de vorm hij wil wordt als juist beschouwd.
Makkelijker is om gewoon te onthouden dat die t bij hij of zij wil er niet bij hoort 😉
Nou, Annemiek van Pedicure Voetzone in Almelo, hopelijk is je vraag hiermee beantwoord. Aan mijn lezers: wilt jij eens genieten van een heerlijke pedicurebehandeling, zoekt dan eens contact met Annemiek.
(bron: Onze Taal)
Dit bericht heeft 0 reacties