#grammado – melk komt uit de supermarkt

Ruim een kwart van de boeren wil binnen 10 jaar stoppen, las ik in de krant deze week. Nu hadden mijn ouders vroeger koeien. Ik had het erover met mijn dochter. “Oh ja, we gingen altijd met opa mee als hij de koeien molk!” zegt ze er meteen erachteraan: “of zeg je melkte?”

In beginsel is het melken, molk en gemolken, maar melkte (het blijft wel gemolken) mag ook. Dat laatste komt nogal eens voor in bepaalde dialecten. Het heeft ermee te maken dat werkwoorden worden verdeeld tussen sterke en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd, sterke werkwoorden wel.

Voorbeelden van sterke werkwoorden: zingen, zong, gezongen of lopen, liep, gelopen.

Voorbeelden van zwakke werkwoorden: leven, leefde, geleefd of fietsen, fietste, gefietst.

Bij een aantal werkwoorden, zoals melken, bestaan de sterke en zwakke vervoeging naast elkaar.

Moraal van dit verhaal: melk komt niet uit de supermarkt.