Mooi plekje, hè? Kasteel Cammenbergh in Bunnik. Vorige week was ik er voor het Tekstnetfestival…
#grammado – tijd voor een lekker bokje
Lekker! Een bokje, de tijd is er nu goed voor. En dan heb ik het natuurlijk over een bockje, bockbier.
De officiële schrijfwijze is bockbier (geen hoofdletter), maar bokbier zien we ook wel eens. Waarom? Daarvoor gaan we even terug in de tijd, naar Duitsland.
In 1591 besloot Hertog Willem V uit Beieren om het geliefde Einbecker bier na te maken en opende het Münchener Hofbräuhaus, een bierbrouwerij in München. Vele bierbrouwers probeerden het bier uit Einbeck na te bootsen, maar tot grote ontevredenheid van Hertog Willem V slaagde hier geen enkele brouwerij in. Omstreeks 1612 besloot de Hertog om bierbrouwer Elias Pilcher uit Einbeck naar Beieren te halen om het speciaalbier exact na te brouwen. Uiteindelijk is dit gelukt.
Het Einbecker Bier werd in Beieren totaal anders uitgesproken, namelijk als Ainpöckisch Bier. Afgekort gebruikten met hiervoor het woord “Ainpöck” en later zelfs “Ein Bock”. Het heeft dus niets met een bok te maken. In Nederland vonden de bierliefhebbers dit echter een grappig verhaal, zij koppelden het wél aan de mannelijke geit en gaven het de naam bokbier.
Wat kunnen we er nog meer over vertellen?
Oorspronkelijk is een bockbier een bier van lage gisting rond de 6,5% alcohol. De kleur was altijd robijnrood en de smaken waren bijzonder moutig en karamelachtig. Tegenwoordig wordt daar niet meer zo streng op gelet en is bijna alles mogelijk. Voorheen werd bockbier gemaakt voor de koude wintermaanden. Nu worden er ook tussen de maanden februari en mei veel bockbieren gedronken, de zogeheten lentebockbieren. Herfstbock is lekker bij bijvoorbeeld een heerlijke stoofpot (al dan niet met geitenvlees 😉), maar het combineert ook fantastisch met een stukje schapenkaas, als Manchego of Perorino.
Proost !
Dit bericht heeft 0 reacties