#grammado – wie het goed schrijft, krijgt lekkers

Wat een shock! Zonk de pakjesboot toch ineens ….. Sint nat, pieten nat.

Gelukkig, gelukkig is het allemaal goed gekomen met de goedheiligman en zijn helpers.

Hoe zit het nu met het hoofdlettergebruik bij Sinterklaas? De context bepaalt of je Sint of sint/Piet of piet schrijft. Eigennaam =  hoofdletter, soort- of verzamelnaam = kleine letter.

Als het over de man met de rode mantel zelf gaat of een personificatie daarvan, hebben we het over een eigennaam. Dan is het Sinterklaas (met een hoofdletter). Als het om personen gaat die in zijn huid kruipen, is het sinterklaas (met een kleine letter). In dit geval gaat het om een soort- of verzamelnaam.  Dat geldt in principe ook voor Pieten en pieten.

De feestdag wordt met een hoofdletter geschreven: Sinterklaas, maar activiteiten verwijzend naar die dag zijn, heten sinterklaas: met sinterklaas zijn we vrij. Soms mag je zowel hoofdletter als kleine letter gebruiken, omdat de interpretatie voor beide mogelijk is. En is van de Sint een voorwerp gemaakt, dan schrijf je het met een kleine letter: sinterklaasletter, sinterklaasmantel, sinterklaascadeautje, etc

Wie het goed schrijft, krijgt lekkers ……

Gezellige sinterklaasperiode gewenst!